Schilderij Moesman nu bij Morren Galleries aan de Oudegracht 340 in Utrecht

September 2016, Marianne Venderbosch, Morren Galleries

Bij Morren Galleries aan de Oudegracht in het centrum van Utrecht hangt een schilderij te koop van de Utrechtse kunstenaar Joop Moesman. Het schilderij dateert uit 1978 en is nooit voltooid. Toch heeft Moesman het ooit bestempeld als een belangrijk werk, want het is opgenomen in de monografie die er over zijn leven en werken verscheen bij Waanders Uitgevers in 1998.

Het is een imposant en groot werk met een afmeting van 130 x 110 cm en geschilderd in olieverf op linnen. Door de krijtstrepen waarvan de sporen nog vaag te zien zijn, kun je inschatten waar Moesman van plan was correcties aan te brengen. Verder kun je aan de haren, het gezicht en de handen van de vrouw zien dat deze nog niet volledig zijn uitgewerkt zoals wij dat van Moesman gewend zijn. Toch stoort dit allerminst en is dit ook niet wat het eerste in het oog springt. Wat het eerst opvalt zijn de heldere kleuren en het ongewone onderwerp dat een gevoel van losbreken en blijdschap lijkt te verbeelden. We zien een naakte vrouw met balletschoenen aan de voeten, die zich in extase en volle overgave tegen een rotswand lijkt af te zetten om te springen of de sprong te wagen. Uit haar open gesneden middenrif vliegt een rode vogel. Op de achtergrond zien we water tot aan een lichte horizon die overgaat in een heldere blauwe lucht. Het werk is zonder titel gebleven maar is ook wel “De onthechting” genoemd, een naam die terug gaat op een inventie van drs. Loek Brons (J. Steen, 1998).

Joop Moesman componeerde de voorstellingen in zijn schetsen zorgvuldig met behulp van foto’s uit tijdschriften en boeken, objecten en curiosa die hij in zijn atelier had staan. Hij noemde de schetsen die hij maakte “hulpstukken” alsook de objecten of afbeeldingen zelf die hij hiervoor gebruikte. Hij hield ervan open te zijn over het ontstaan van zijn composities, zodat mensen konden zien hoe hij tot zijn schilderijen was gekomen. Voor het schilderij bij Morren Galleries vormen de hulpstukken een drietal voorstudies uit 1964: een schets in potlood op transparant papier, een schets in potlood en zwart krijt op oranje getint papier en een ontwerpschets in potlood en zwarte inkt op papier). Een afbeelding van een Tureluur (vogel) uit het blad Ornithologie en een litho met de titel "Vrouw met Vogel" uit 1971. (J. Steen, 1998). 

Artistieke ontwikkeling

De in Utrecht geboren kunstenaar Joop Moesman (1909-1988) wordt gezien als één van de meest vooraanstaande surrealisten van Nederland. Hij werkte tot 1968 bij de Spoorwegen en schilderde en tekende in zijn vrije tijd. Hij woonde en had zijn atelier tot aan 1939 aan de Neude waar zijn vader een drukkerij bezat. Moesman die was opgegroeid te midden van de rariteitenverzameling van zijn vader had van jongs af aan interesse in al wat exotisch was. Al vanaf kind in 1918 (hij was toen 9 jaar) volgde hij tekenlessen bij diverse tekenmeesters. Zo leerde hij tekenen naar de natuur en decoratief. Vanaf ca. 1926-27 veranderde zijn klassieke wijze van tekenen. Tijdens de tekenlessen werd nu geëxperimenteerd met meer kubistische stijlen van tekenen. Vanaf 1928-1929 veranderde de kubistische tekenstijl naar een vrijere stijl van tekenen. Beelden en voorwerpen uit verschillende perioden en culturen werden gecombineerd en door middel van lijn en kleur werden de grenzen tussen figuratie en abstractie afgetast. In 1928 ontmoette hij de schilder Willem Wagenaar die zich vestigde aan het Neude met een boek- en kunsthandel. Hier ontdekte Moesman onder andere het tijdschrift Variétés met afbeeldingen van surrealistische schilderijen. Moesman bezat een grote verzameling etnografica en oude en moderne westerse kunst en antiek die als onderwerp ook terug te vinden zijn in zijn tekeningen. De tekeningen gebruikte Moesman als hulpstukken bij het vervaardigen van surrealistische schilderijen (J.Steen, 1998) Zo ook in het geval van het schilderij bij Morren Galleries.

Centraal Museum

Na de sloop van zijn ouderlijk huis aan de Neude in 1939 woonde Moesman vanaf 1940 aan de Oudegracht 313 bis. In 1967 verliet hij de stad Utrecht om zich te vestigen in Schalkwijk waar hij tot aan zijn dood woonde. Er is de laatste tijd een hoop te doen rondom het graf van Moesman; blijft het in Schalkwijk of wordt hij herbegraven op Soestbergen in Utrecht? Half september verwacht het parochiebestuur van de begraafplaats in Schalkwijk  hierover een beslissing te hebben genomen.(AD, 26-8-2016, Maarten Venderbosch) Bij Morren Galleries wordt de discussie op een afstand gevolgd want op een bepaalde manier voelen we ons wel verbonden met Moesman door de aanwezigheid van zijn schilderij in de galerie. Wij zijn benieuwd wie de volgende bezitter van zijn werk zal zijn. Een particulier of wellicht het Centraal Museum? Werk van Moesman is aangekocht door zowel particulieren als musea. Voordat hij vertrok in 1967 schonk Moesman zelf de twee vriendenportretten “Gabriël Smit” en “Wouter Paap” aan het Centraal museum. Nadien kocht het Centraal Museum het schilderij “Zelfportret”, dat hij schilderde toen hij slechts 12 jaar was. (J. Steen, 1998). In de huidige collectie van het Centraal Museum is een grote verzameling tekeningen en schilderijen van Moesman opgenomen.

Een interessant karakter

Moesman zelf was er een voorstander van dat kunst in particuliere verzamelingen thuis hoorde. En áls ze in een museumcollectie zouden worden opgenomen had hij heel uitgesproken opvattingen over hoe het gepresenteerd diende te worden. De werken zouden op een menselijke schaal gezien moeten worden en liefst in een entourage en context zoals het er bij de kunstenaar in het atelier had uit gezien, dus te midden van allerlei soorten attributen. Ook vond hij dat ze moesten worden opgehangen tegen gekleurde wanden en zeker niet tegen de neutrale witte wanden zoals dat in zijn tijd steeds meer in de mode kwam. (J. Steen, 1998). Wij als galerie hopen eigenlijk dat het werk onderdeel wordt van de collectie van het Centraal Museum in Utrecht. Kunstbeschouwelijk gezien omdat juist het onvoltooide aan het werk inzage biedt in zijn werkwijze, maar ook omdat Moesman een betrekkelijk klein oeuvre heeft nagelaten. Daarbij geeft zijn interessante karakter kleur aan de geschiedenis van Utrecht en blijken zijn opvattingen, die destijds velen tegen de borst stootte, eigenlijk helemaal zo gek nog niet. Denk aan de parallellen in zijn opvattingen over het inrichten van tentoonstellingen en die in onze huidige tijd (geen witte wanden in o.a. het Rijksmuseum). Hij verdient ons inziens een plaats in de schatkist van de stad Utrecht: het Centraal Museum.

Literatuur: Steen, John en F. Keers, Moesman. Monografie/Catalogus van schilderijen en objecten, Waanders Uitgevers bv, Zwolle, 1998

 

Moesman, Zonder titel, olieverf op linnen, 130 x 110 cm, 1978